​
Patrick Bassant
Niet-uitputtende lijst van historische personages
Joris Ivens, Ernest Hemingway en Ludwig Renn, tijdens de opnames van The Spanish Earth. De fotograaf is onbekend, het is niet ondenkbeeldig dat cameraman John Fernhout deze foto maakte, of de setfotograaf Pit.
Historische personages
Jef Last, dichter, propagandist, officier, sinoloog
De literair-historische gebeurtenis van 2020 zal de publicatie van Rudi Westers Jef Last-biografie zijn, die gepland staat voor oktober, corona volente. Jef Last is een soort eenpersoonstwintigste eeuw van de linkse actie. Jef Last heeft in zijn leven talloze verschillende baantjes gehad, waaronder mijnwerker, matroos, bordenwasser, salesman, bankwerker, filmexplicateur, chauffeur en secretaris van Henk Sneevliet, jeugdleider, redacteur van verschillende bladen, waaronder Links Richten, maar ook acteur, antikoloniaal, adviseur van Soekarno, lijstduwer van Provo. Daarnaast promoveerde hij in de sinologie, was hij goed bevriend met André Gide, betrokken bij de oprichting van de Shakespeare Club (de voorloper van het C.O.C) en klom hij van soldaat op tot kapitein in de Spaanse Burgeroorlog, waarna hij bijna vermalen werd in de scherpe raderen van de communistische machinerie. Zijn boeken, zowel romans als poëzie, verkochten goed maar worden niet gerekend tot de hoge literatuur, tot de canon. Dat is vermoedelijk ook nooit zijn streven geweest, maar vanuit literair historisch perspectief is zijn werk en zijn leven, als spil van de arbeiderscultuur, wel degelijk van belang en aan herwaardering toe. Tenslotte zijn veel van zijn boeken prima leesbaar en is zijn verslag van de burgeroorlog een van de weinige eerlijke teksten in een woud van mythevorming en propaganda.
Gerda Taro, Hongaarse pionier van de oorlogsfotografie
Met haar charmante verschijning, vastbeslotenheid en doodsverachting was Gerda misschien wel de meest effectieve fotograaf van de burgeroorlog. Samen met haar partner Endre …hadden ze besloten hun foto’s onder het stoer Amerikaans klinkende Robert Capa te publiceren. Toen Gerda hoorde van de grote slag bij Brunete, was Robert in Parijs om hun foto’s te slijten aan persbureaus. Ze drong zich naar voren om foto’s te maken, sprong in volle actie op de treeplank van een personenauto (die van Generaal Walter) en overleed toen de auto tegen een tank botste. Ze kreeg een enorme begrafenis op Père Lachaise in Parijs maar raakte al snel in de vergetelheid. Pas sinds enige tijd wordt haar essentiële rol in de geschiedenis van de oorlogsfotografie en in de totstandkoming van de mythe Robert Capa weer beter belicht.
Johan Brouwer, moordenaar, journalist, hispanist, verzetsman
Johan Brouwer deed in zijn studententijd een Raskolnikofje: kon hij het bestaan van god via het bestaan van een geweten aantonen door iemand te vermoorden? Samen met zijn broertje doodde hij een zwendelaar. Tijdens zijn gevangenisstraf leerde hij Frans en Spaans en binnen twee jaar na zijn vrijlating studeerde hij af in die twee talen, en promoveerde bovendien in 1931 op een proefschrift over de Spaande mystiek.
Ten tijde van de opstand reisde hij naar Spanje als journalist van de NRC, maar na enige tijd begon Brouwer de zaak minder vanuit liberaal standpunt te bekijken. De NRC stuurde hem de laan uit, de lezers van deze krant waren niet gediend van deze koerswijziging. Voortaan schreef hij voor De Tijd (katholiek) en de Groene Amsterdammer over de gebeurtenissen in Spanje.
Toen de Joodse lector Spaans van de UvA, J.A. van Praag, wegens een Berüfsverbot vertrok, werd Brouwer zijn opvolger. De NSB die wist van zijn linkse sympathieën, begon een hetze: Schande! Een veroordeeld moordenaar als hoogleraar aan de hoofdstedelijke universiteit! Brouwer legde zijn functie neer en verdween in het verzet. Hij was betrokken bij de overval op het bevolkingsregister in Amsterdam, samen met o.a. Willem Sandberg, Gerrit van der Veen en Willem Arondéus. En werd in april 1943 gearresteerd. Op 1 juli door de SS gefusilleerd in de duinen, momenteel begraven op de erebegraafplaats in Bloemendaal.
John Fernhout, cameraman, zoon van Charley Toorop, man van Eva Besnyö
Johns opa was een beroemd schilder, zijn moeder ook. John groeide op in Bergen, in het speciaal voor het gezin ontworpen huis De Vlerken (Piet Kramer). Hoewel, eigenlijk was het een huis waar vooral genoeg licht inviel voor het schilderwerk van Charley. Johns broer Edgar had schildertalent, die mocht blijven. John en zijn zuster pasten hier minder goed. Als veertienjarige wordt John als hulpje aan Joris Ivens aangeboden – misschien kon die er iets van maken. Fernhout groeide op als cameraman, voor Ivens, maar ook voor Henri Storck voer hij anderhalf jaar mee op het schip De Mercator om materiaal te schieten. Storck maakte er drie films van.
Jef Last, dichter, propagandist, officier, sinoloog
De literair-historische gebeurtenis van 2020 zal de publicatie van Rudi Westers Jef Last-biografie zijn, die gepland staat voor oktober, corona volente. Jef Last is een soort eenpersoonstwintigste eeuw van de linkse actie. Jef Last heeft in zijn leven talloze verschillende baantjes gehad, waaronder mijnwerker, matroos, bordenwasser, salesman, bankwerker, filmexplicateur, chauffeur en secretaris van Henk Sneevliet, jeugdleider, redacteur van verschillende bladen, waaronder Links Richten, maar ook acteur, antikoloniaal, adviseur van Soekarno, lijstduwer van Provo. Daarnaast promoveerde hij in de sinologie, was hij goed bevriend met André Gide, betrokken bij de oprichting van de Shakespeare Club (de voorloper van het C.O.C) en klom hij van soldaat op tot kapitein in de Spaanse Burgeroorlog, waarna hij bijna vermalen werd in de scherpe raderen van de communistische machinerie. Zijn boeken, zowel romans als poëzie, verkochten goed maar worden niet gerekend tot de hoge literatuur, tot de canon. Dat is vermoedelijk ook nooit zijn streven geweest, maar vanuit literair historisch perspectief is zijn werk en zijn leven, als spil van de arbeiderscultuur, wel degelijk van belang en aan herwaardering toe. Tenslotte zijn veel van zijn boeken prima leesbaar en is zijn verslag van de burgeroorlog een van de weinige eerlijke teksten in een woud van mythevorming en propaganda.
Ludwig Renn, veteraan, schrijver, kolonel
Renn is het pseudoniem van de Saksische edelman Arnold Vieth von Golßenau, officier in het Duitse leger tijdens WOI. Hierover schrijft hij in 1928 de internationale bestseller Krieg (als Oorlog vertaald door Arthur Lehning), een paar maanden voor Im Westen nichts Neues van Remarque en A farewell to arms van Hemingway. Daarna maakt hij carrière in de democratische gelederen van Duitsland, vanaf 1928 in de communistische KPD. Dit brengt hem in conflict met de opkomende nazi's, die hem aanklagen wegens 'literair hoogverraad.' Hij weet Duitsland te ontvluchten, en voegt zich in augustus 1936 bij de Republikeinen in Spanje. Daar was militaire ervaring schaars, dus hij is er zeer welkom. Eerst was hij commandant van het Ernst Thälmann bataljon, later werd hij stafchef van de 11de Brigade. Hij leidde de uittocht van de Internationale Brigade toen die in 1938 Spanje moesten verlaten. Via een omweg in Mexico keerde hij terug in de DDR waar hij hoogleraar werd in Berlijn en onder andere militair-historische traktaten schreef, alsmede kinderboeken.
Hij ligt begraven in Berlijn, in een graf met zijn beide partners. Dit is verder niet relevant, maar wel wetenswaardig, vind ik.
Joris Ivens, filmpionier, regisseur,
De vader van Ivens was oprichter van de fotografieketen CAPI en ook diens vader werkte als fotograaf. Ivens' eigen interesse ging uit naar film - toch fijn als die dure spullen tegen inkoopsprijs kunnen worden aangeschaft. Ivens heeft in zijn lange carrière belangrijke documentaires gemaakt, met een activistische en politiek inslag, vaak met John Fernhout als cameraman. Dat leverde hem het verwijt van propagandist voor dictaturen op. Toen hij na de WOII door de Nederlandse regering naar Indië werd gestuurd om een film te maken over Nederlands-Indië na de Japanse bezetting, begon hij na uitgebreide gesprekken met havenarbeiders over de Nederlandse invloed in Nederlands-Indië, te twijfelen of hij wel aan de goede kant stond. Hij leverde zijn opdracht in en maakte Indonesia Calling, een film over de onafhankelijkheidsstrijd in de verse Republiek Indonesië. Nederland beschouwde dit als landverraad en pas in 1985 werden officiële excuses aangeboden.
Michail Koltsov, Russisch schrijver, sterreporter, spion
Koltsov was een culturele topspion van Stalin. Als er iets op literair of cultureel gebied moest worden bewerkstelligd, was Koltsov van de partij. Hij was de man die Gide en Last begeleidde op hun lange rondreis door de Sovjet Unie, hij was de man die het eerste en het tweede congres van antifascistische schrijvers organiseerde, hij was dagbladjournalist voor de Pravda, maar als er nood aan de man was, kon hij ook een groep van 1000 krijgsgevangenen laten verdwijnen. Op de een of ander manier was hij alomtegenwoordig in de jaren dertig, en overal van op de hoogte. Rond 1938 werd hij door André Marty zwartgemaakt bij Stalin; iets dat in de periode van de grote zuiveringen niet veel mensen overleefden. Hij werd in februari 1940 geëxecuteerd wegens trotskisme.
André Malraux, Frans schrijver, squadronleider, fantast, minister van cultuur
Malraux was een man die erg goed was in zijn eigen PR. Veroordeeld kunstrover in Cambodja, squadronleider in de Spaanse burgeroorlog (zonder zelf een vliegbrevet te hebben), verzetsman en vriend van De Gaulle, eindigend als minister van cultuur van Frankrijk.
Zijn roman over de Spaanse Burgeroorlog, L’Espoir (De hoop), is niet om door te komen. Maar hij redde Jef Lasts leven.
Dora Maar, Frans fotograaf, schilder, dichter
Dora is momenteel vooral bekend als liefje-van, of model-van, doch is een geweldig fotograaf, die prachtige tamelijk surrealistische en melancholieke beelden kon maken. Op de Wereldtentoonstelling had ze als taak om de totstandkoming van de Guernica nauwgezet vast te leggen. Het framen van een meesterwerk, zo ongeveer. Dat heeft ze goed gedaan.
Generaal Walter, Pools militair en zuipschuit.
Nomme de guerre van Karol Åšwierczewski, Poolse generaal die in dienst van het rode leger vocht, vanaf 1918 tot hij vermoord werd in 1947. Leidde in Spanje de XIVde internationale Brigade. Werd na de Spaanse burgeroorlog opgehemeld als communistisch icoon, maar verzoop in de wodka. Zijn militaire onvermogen werd met de mantel der liefde bedekt, vermoedelijk dankzij hoge connecties. Was eveneens fervent amateur-fotograaf.
André Marty, Frans muiter, chef van de IB, losgeslagen gek, partijbons
Politiek commissaris van de Internationale brigades met een kort lijntje naar Stalin. Held van de muiterij op de Jean Bart in de Zwarte zee in 1919. Aan de legendevorming rondom die muiterij werkten hij en de partij nijver mee. In Spanje zwaaide hij de scepter over de Internationale Brigades, die hij als zijn persoonlijke keurtroepen beschouwde. Problematisch was zijn angst voor spionnen, voor de vijfde kolonne van mensen die zich onder valse voorwendselen aangemeld zouden hebben bij de IB om vanuit daar moraal en tactiek te dwarsbomen. Dit leidde tot een onwaarschijnlijk aantal van 500 gefusilleerde vrijwilligers – mensen die have en goed opgegeven hadden om tegen het fascisme te strijden, die vaak een zeer barre tocht hadden gemaakt om bij de brigades te komen en vaak niet meer aanleiding gaven dan moeite met de discipline in het leger. Het leverde hem de bijnaam De slachter van Albacete op.
Zijn contacten met Stalin, met wie hij een grote angst voor spionnen, trotskisten, anarchisten en meer van dat soort tuig deelde, kostten veel mensen de kop. Veel Sovjetmilitairen die in Spanje boven het maaiveld kwamen, door populariteit of strategische daden, werden in de massaprocessen van de jaren dertig in Moskou ‘ontmaskerd’ als spion en afgemaakt.
Harry Doméla, Duits oplichter en schrijver
Harry kwam als berooid kindsoldaat uit de Eerste Wereldoorlog. Om te overleven, tooit hij zichzelf met aristocratische namen, totdat iemand vermoedt dat hij de kleinzoon van de gevluchte keizer Wilhelm is. Harry speelt het spel mee, en na zijn ontmaskering, schrijft hij er een smeuïge bestseller over. Zijn geld verdwijnt echter weer snel en hij besluit zich aan te melden bij de internationale brigades. Daar vertrouwen ze hem niet. Samen met Last reist hij in een vliegtuig van Malraux naar Spanje en ze melden zich bij het reguliere Republikeinse leger. Tot Lasts vertrek uit Spanje blijven ze samen, maar daarna belandt Harry in een gevangenenkamp waar hij op voorspraak van Gide uit gered wordt. Hij vlucht naar Zuid-Amerika en leidt daar een berooid en stateloos leven.
André Gide, Frans auteur, fellow traveller, pedofiel, Nobelprijswinnaar
Gide was al een wereldberoemd schrijver toen hij zich voor het communisme (en arbeidersjongetjes) begon te interesseren. Stalin bood hem een reis door de Sovjet Unie aan, zoals gebruikelijk was om de internationale elite te laten zien wat de verdiensten van het communisme zijn, de zogenaamde fellow travellers. Gide liet zich geen zand in de ogen strooien en schreef een kritisch reisverslag, dat de warme banden met de partij doorsneed: Retour à la U.R.S.S. Het leverde woedende reacties op, en bijna een resolutie tegen hem op het Tweede Internationale Congres van Antifascistische Schrijvers.
Juan Negrín, minister van financiën en later minister president van Spanje
​
Franz Hellens, Belgisch auteur van surrealistisch proza
​
Rafael Alberti, Spaans dichter, voorzitter van de Alliantie van antifascistische schrijvers
​
Mark Kolthoff, Arbeiders-fotograaf, schilder, cineast
​
Sergei Shpigelglass, 1897-1941, spion, moordenaar, hoofd contraspionage in Europa van de NKVD
​
Denis Marion, Belgisch journalist, advocaat, schaker
​
Johan Brouwer, moordenaar, journalist, hispanist, verzetsman
Johan Brouwer deed in zijn studententijd een Raskolnikofje: kon hij het bestaan van god via het bestaan van een geweten aantonen door iemand te vermoorden? Samen met zijn broertje doodde hij een zwendelaar. Tijdens zijn gevangenisstraf leerde hij Frans en Spaans en binnen twee jaar na zijn vrijlating studeerde hij af in die twee talen, en promoveerde bovendien in 1931 op een proefschrift over de Spaande mystiek.
Ten tijde van de opstand reisde hij naar Spanje als journalist van de NRC, maar na enige tijd begon Brouwer de zaak minder vanuit liberaal standpunt te bekijken. De NRC stuurde hem de laan uit, de lezers van deze krant waren niet gediend van deze koerswijziging. Voortaan schreef hij voor De Tijd (katholiek) en de Groene Amsterdammer over de gebeurtenissen in Spanje.
Toen de Joodse lector Spaans van de UvA, J.A. van Praag, wegens een Berüfsverbot vertrok, werd Brouwer zijn opvolger. De NSB die wist van zijn linkse sympathieën, begon een hetze: Schande! Een veroordeeld moordenaar als hoogleraar aan de hoofdstedelijke universiteit! Brouwer legde zijn functie neer en verdween in het verzet. Hij was betrokken bij de overval op het bevolkingsregister in Amsterdam, samen met o.a. Willem Sandberg, Gerrit van der Veen en Willem Arondéus. En werd in april 1943 gearresteerd. Op 1 juli door de SS gefusilleerd in de duinen, momenteel begraven op de erebegraafplaats in Bloemendaal.
Ernest Hemingway, schrijver en journalist, reiziger, macho, Nobelprijswinnaar
Hemingway was al een gevierd schrijver toen hij werd gevraagd om te helpen met het maken van Joris Ivens' film over de gebeurtenissen in Spanje. Hij verving zijn vriend John Dos Passos, die het vreselijk vond in Spanje. Hemingway liet zich bijscholen door Ivens en genoot van alles om hem heen. Hij spreekt de voice over zelf in, omdat een geoefende acteur (Orson Welles) te beschaafd klinkt.
​
Zijn mannelijkheid is zo compleet dat het lachwekkend wordt. Een cocktail van testosteron, alcohol en grootspraak. Wil graag gezien worden als jager op groot wild, in ruime zin. Hij verslijt de mooiste vrouwen, schrijft de dikste boeken, vangt de grootste vissen, voert het hoogste woord.
Gerda Taro, Hongaarse pionier van de oorlogsfotografie
Met haar charmante verschijning, vastbeslotenheid en doodsverachting was Gerda misschien wel de meest effectieve fotograaf van de burgeroorlog. Samen met haar partner Endre Friedmann hadden ze besloten hun foto’s onder het stoer Amerikaans klinkende Robert Capa te publiceren. Toen Gerda hoorde van de grote slag bij Brunete, de eerste belangrijke slag die de republikeinse legers wonnen, was Robert in Parijs om hun foto’s te slijten aan persbureaus. Ze drong zich naar voren om foto’s te maken, sprong in volle actie op de treeplank van een personenauto (die van Generaal Walter) en overleed toen de auto tegen een tank botste. Ze kreeg een enorme begrafenis op Père Lachaise in Parijs maar raakte al snel in de vergetelheid. Pas sinds enige tijd wordt haar essentiële rol in de geschiedenis van de oorlogsfotografie en in de totstandkoming van de mythe Robert Capa weer beter belicht.
John Fernhout, cameraman, zoon van Charley Toorop, man van Eva Besnyö
Johns opa, Jan, was een beroemd schilder, zijn moeder ook. John groeide op in Bergen, in het speciaal voor het gezin ontworpen huis De Vlerken (Piet Kramer). Hoewel, eigenlijk was het een huis waar vooral genoeg licht inviel voor het schilderwerk van Charley. Johns broer Edgar had schildertalent, die mocht blijven. John en zijn zuster pasten hier minder goed. Als veertienjarige wordt John als hulpje aan Joris Ivens aangeboden – misschien kon die er iets van maken. Fernhout groeide op als cameraman, voor Ivens, maar ook voor Henri Storck voer hij anderhalf jaar mee op het schip De Mercator om materiaal te schieten. Zo filmde hij het ontvoeren van anderhalf Moai op Paaseiland, maar ook het Neptunusritueel aan boord. Storck maakte er drie films van.
Omdat een cameraman alles ziet maar zelf onzichtbaar is, is hij voor een romanschrijver een dankbaar slachtoffer om van allerlei duistere zaken op de hoogte te zijn. Ik denk dat het personage in De vlinder in de inktpot en de werkelijke persoon Fernhout verder uit elkaar liggen dan bij de andere historische personages in de roman.
​
​
​
Mathieu Corman, Belgisch journalist, reiziger, boekhandelaar
Corman was een zeer kleurrijke boekhandelaar. Hij was boekhandelaar in grote lijnen, en als het even kon, trok hij de wereld door op zijn motor, op zoek naar verhalen en boeken. Als het uitkwam, was hij journalist voor Le Soir of vocht hij mee met de befaamde anarchist Buenaventuro Durruti. Hij had een wereldwijde primeur met zijn verslag van het bombardement op Guernica en nam als bewijs niet gedetoneerde brandbommen met ingegraveerde swastika’s mee. Toen niemand die bommen van hem aan wilde nemen, bewaarde hij ze in zijn boekhandel… Daarnaast is de moeite die hij zich getroostte om boeken van ver voorbij het ijzeren gordijn te verkopen legendarisch, alsmede zijn scherpe aanvallen op de benepen Vlaamse leescultuur van vroeger tijden. Boeken met verkeerde of onzedelijke inhoud waren principieel bij hem wel verkrijgbaar.
Zijn filiaal in Oostende is nog steeds een fier monument van oprechte boekenliefde.
Pablo Picasso, Spaans schilder van de Guernica
Pablo Diego José Francisco de Paula Juan Nepomuceno María de los Remedios Cipriano de la Santísima Trinidad Ruiz y Picasso staat nauwelijks te boek als een politiek kunstenaar. Ten tijde van de opstand woonde hij in Parijs en was hij artistiek directeur van het Spaanse paviljoen op de wereldtentoonstelling aldaar. Het verhaal gaat dat het nieuws over het bombardement op het stadje Guernica hem dusdanig aangreep, dat hij opeens politiek werd en de eerste schetsen van zijn Guernica vliegensvlug voltooide. Het werk werd eerst op zijn atelier voorbereid en daarna naar de wereldtentoonstelling overgebracht en daar afgewerkt. Het proces werd op de voet gevolgd door Dora Maar, die alles fotografeerde. Op een serie karikaturen van Franco na, heeft hij later nooit meer politieke kunst gemaakt. Over de Guernica hoeven we het niet meer te hebben, dat is bekender dan de Spaanse burgeroorlog zelf.
Robert Capa, Hongaars oorlogsfotograaf en cameraman
Endre Friedmann, aanvankelijk samen met Gerda Taro en later alleen figurerend onder de naam Robert Capa. Pionier van de oorlogsfotografie die de leus lanceerde dat als je foto niet goed genoeg was, je simpelweg niet dichtbij genoeg was. Hoewel je geneigd bent dat heel letterlijk op te vatten (Capa fotografeerde de invasie van Normandië vanaf het strand, hetgeen impliceert dat hij er als een van de eersten voet aan strand zette) is dit waarschijnlijk overdrachtelijk bedoeld: zorg dat je het vertrouwen wint van de gefotografeerde en de eerlijkheid toont alles. Op 5 september 1936 maakte Capa de meest iconische foto van de Burgeroorlog, die later bekend werd als 'de vallende soldaat' (officieel "Loyalist Militiaman at the Moment of Death, Cerro Muriano, September 5, 1936"). In De vlinder leest u hoe het echt zat. Capa richtte fotoagentschap Magnum op en overleed in 1954 toen hij op een mijn in Indochina stapte.
Nico Rost, criticus, vertaler, judas, journalist
Rost woonde in Berlijn en vertaalde daar veel werk van linke en Joodse auteurs. In 1933, snel na Hitlers machtsovername, verdween hij in een concentratiekamp. Toen hij weer vrij kwam, vertrok hij terug naar Nederland en kon daar uit eerste hand getuigen van de gevaren van het fascisme. Zijn vertaalwerk van Döblin, Mann en Feuchtwanger is van groot belang geweest, zijn rol in het zwartmaken van zijn jeugdvriend Jef Last (ze zaten ook samen in de redactie van het tijdschrift Links richten, 1931-1932) is van bedenkelijk allooi. In de oorlog verdween hij wederom in een concentratiekamp, waarover hij het indringende Goethe in Dachau schreef.
Federico García Lorca, Spaans dichter, toneelschrijver
De politiek bewuste en zeer befaamde Spaanse dichter en toneelschrijver werd al vroeg in de Burgeroorlog slachtoffer van een zuivering. Naar verluidt werd hij geëxecuteerd met twee kogels in zijn aars – vanwege zijn geaardheid. Postuum verscheen de bundel Dichter in New York, waaruit de titel van deze roman werd gelicht: zie het omineuze gedicht ‘Vuelta de paseo'.)
​
NA DE WANDELING
Terechtgesteld door de hemel.
Tussen de vormen die neigen naar de slang
En de vormen op zoek naar het kristal
Zal ik mijn haar laten groeien.
Met de stompboom die niet zingt
En het kind met het witte gezicht.
Met de diertjes met de geplette kop
En het haveloze water van de droge voeten.
Met alles wat doofstom doodop is
En de vlinder verdronken in de inktpot.
Struikelend over mijn elke dag verschillend gezicht.
Terechtgesteld door de hemel!
​
Federico García Lorca, vert. Bart Vonck
José Bergamín, Spaans intellectuele brug tussen katholieke kerk en socialisme
​
Generaal José Miaja, Spaans officier, sluwe vos, bevelhebber van Madrid
​
Menno ter Braak, essayist, criticus, filmpionier, schrijver
​
La Pasionaria, ps van Dolores Ibarruri, Spaans communist en vermaard redenaar
​
Anton Mussert, partijleider NSB
​
Martha Gellhorn, Amerikaans reisjournalist, leerde het vak in Spanje
​
John Dos Passos, Amerikaans schrijver
​